Blog met onze belevenissen in Moshi, Tanzania, waar wij van juli 2008 tot juli 2009 als expats leefden (sabbatical)
maandag 27 oktober 2008
Fundi
maandag 20 oktober 2008
Autoblues
vrijdag 17 oktober 2008
Slaperig
Slapen in het openbaar is hier geen taboe. Ik schreef al een keer over de medewerkster van het internetcafé, die onder werktijd op een salontafeltje lag te slapen. We doen onze boodschappen vaak bij de Highway Supermarket, en dan moeten we de cassiere wakker maken om af te kunnen rekenen. Meestal reageert ze een beetje verstoord en begint dodelijk verveeld de boodschappen te verschuiven. Maar in plaats van me te ergeren, word ik er zelf ook sloom van en verlaat compleet tevreden de winkel. Op de markt met tweedehandsspullen liggen de marktvrouwen 's middags tussen de kleren te slapen. Laatst dacht ik dat een stalletje onbemand was, kwam er een slaperige vrouw onder de kraam vandaan. Langs de kant van de weg zie je vaak duttende mensen onder een boom zitten. Als de medewerkers van de kapsalon niets te doen hebben, nestelen ze zich in een stoel en gaan naar Dromenland in plaats van dat ze 's lekker de boel gaan opruimen. Van de buitenlanders die hier wonen, hoor ik ook vaker dat ze veel vroeger instorten dan in hun eigen land. Natuurlijk heeft het ook met de warmte te maken. Als het in sommige periodes van het jaar rond de 20 graden is (freezing cold, noemen ze dat dan), is er meer aktiviteit.
Afgelopen woensdag zijn de meiden weer met school begonnen. Ze hadden er zin in, een goed teken. Gisteren ging Maria bij een vriendinnetje spelen. Ze kreeg een eigengebakken koekje waar pinda's in bleken te zitten. Maria merkt het altijd meteen, haar tong begint te prikken door de allergie, en ze spuugde het uit. Moeder in de stress natuurlijk, ze riep: "O, Maria, is there anything I can do about this?!" Maria antwoordde: " Yes, an icecream."
Een vrouw uit de buurt vroeg me of ik voor de Kerstmarkt in november christmascrackers wilde maken. Ik zei: "I don't think so, I'm not really into baking". Blijken het verpakkingen voor kerstkadootjes te zijn, die een knalletje geven als je ze openmaakt. En moet ik me nu al gaan bezighouden met kerst? Wij hebben eerst nog Sinterklaas.
zondag 12 oktober 2008
Libe
dinsdag 7 oktober 2008
Banda
De afgelopen dagen hebben we genoten van zand en strand van de Indische Oceaan. Zelfs ik vond het nu lekker om te gaan zwemmen, het was qua temperatuur net badwater. Het vakantiepark waar we zaten, de Capricorn Beach Cottages, bleek te bestaan uit 3 banda's, waarvan 1 voor mij en Gaspard en 1 voor de meiden. Een banda is een hut met ramen zonder glas met horren, een heerlijk bed met klamboe, badkamer en keukentje, vlakbij het strand. En voor de banda een veranda. 's Morgens werd het ontbijt gebracht in een mandje. Kortom, een droomlocatie. Het was vrij warm, een vochtiger hitte dan hier in Moshi, maar wel met een zeewind. En af en toe een tropische regenbui, van het Nederlandse type.
Naast ons in een ander parkje, zaten mensen die we van school kennen. Maria heeft engelse bijles en zwemles met de 5-jarige Matthias en ze zitten bij elkaar in de klas. Geraldine en Benoit Pitot, de ouders, komen van St. Mauritius en zijn voor 6 jaar gestationeerd op TPC, de suikerplantage. Ze zijn ook pas hier. Behalve Matthias hebben ze nog 2 zonen, Amory van 16 en Remy van 13, keurige jongens. We hebben veel met elkaar opgetrokken, onder andere een uitstapje naar Pangani, met z'n allen in hun Landcruiser. Afgelopen zondag hebben we een boot gehuurd, en zijn gaan snorkelen en picknicken op `Sand-island`, een zandbank. Erg leuk, behalve dat Gaspard een geleende snorkel is verloren in de zee, en dat we, ondanks flink smeren, toch allemaal wel ergens op het lichaam verbrand zijn. De Pitootjes zijn franstalig, dus de communicatie met hun gebroken engels en ons matige frans was af en toe niet om aan te horen. Maar goed, een fles wijn overwint al snel een taalbarrière.
De rit naar de kust duurde zo'n 6 uur. Het grootste deel over geasfalteerde wegen, 2-baans, en vlakbij de kust over onverharde, rode weggetjes. Op zich is het niet druk op de weg, maar wat het zo eng maakt is dat er overal mensen langs de weg lopen. De snelheid is toch zo'n 80-100 km/uur. En dan nog word je ingehaald door een felgekleurde touringcar, waarbij op de voorkant staat `in God we trust`. Nou, dan doen we dan maar.
Langs de weg zijn dorpjes met hutten van leem, takken en rieten of golfplaten daken. Nergens heb je een stadje of dorp dat echt het bekijken waard is. Zelf Pangani, een leuk havenplaatsje zou je denken, is niks bijzonders, alles is even armoedig. Alleen de sporadische beachresorts zijn mooi, verder is het toerisme niet ontwikkeld. Wat natuurlijk ook wel voordelen heeft, nergens lelijke hoogbouw of schreeuwerige uitgaansgelegenheden. Maar ook geen lekker terrasje, ijssalonnetje of winkeltje.
Gisteravond om 6 uur reden we Moshi weer in. Ik had even een negatief gevoel, bweh, ik ga nu naar huis, maar is dat Thuis? Al die negers, de armoede, de rommeligheid. We reden langs onze brievenbus in de stad en daar lagen een brief voor Anna, de Opzij en de NRC-weekeditie met nieuws van een week geleden. Thuis stond Linda te juichen van plezier en Violet en Solomon leken ook wel oprecht blij om ons weer te zien. Gaspard had al snel een lekker pastaatje op tafel en zo kwam het thuisgevoel gelukkig weer terug. Het waren heerlijke dagen en het was interessant om een heel ander deel van Tanzania te ontdekken.