dinsdag 30 juni 2009

afronden

We zijn in Moshi in de afrondende fase beland. Er zijn al veel bekenden weg, of voor vakantie, of definitief. Isabelle en Anna hebben nu twee vriendinnen te logeren, Madeleine en Isabelle, uit Canada, die vlak na ons ook definitief teruggaan. Hun vader is dit jaar in Toronto gebleven. Ze zijn hier al een week, want hun moeder wilde nog wat van het land zien per openbaar vervoer, en daar hadden de dames geen zin in. De meiden zijn echt aan het uitrusten, hebben maar weinig zin in uitstapjes. Ze kijken films, luisteren muziek, lezen blaadjes, knoeien wat met make-up en kleden zich 5x per dag om. Van een uitstapje naar de markt kwamen Madeleine en onze Isabelle ziek terug. Met veel gevoel voor drama kregen we te horen dat ze hoofdpijn, keelpijn en nekpijn hadden en vreselijk duizelig waren. Genoeg reden om de volgende 2 dagen in en om het bed te blijven, met pijnstillers en bouillonnetjes. In de tussentijd heeft Maria eindelijk, ze is al 6, leren fietsen. Ze krijgt er geen genoeg van.
We zijn een beetje aan het opruimen, maar het is een prettig idee dat we het huis niet leeg hoeven op te leveren. Waarschijnlijk hebben we het al voor een ruime week verhuurd in augustus aan een Spanjaard. Hij mailde in het engels en Gaspard dacht “hé, ik kan wel in het spaans antwoorden, we hebben niet voor niets een cursus gevolgd”. Gaspard kreeg een mail terug, de man vond zijn spaans “impresionante”, en of hij met hem kon bellen. Waarop Gaspard maar even terug mailde dat hij eerlijk gezegd de tekst door de Google Translator had gehaald, en dat zijn gesproken spaans lang zo goed niet is als zijn schriftelijke..... zweetdruppel, zweetdruppel.
We hebben ongeveer 8 vrijdagavonden zonder stroom gezeten, maar afgelopen vrijdagavond bleef tot onze vreugde het licht branden. Te vroeg gejuicht: het viel nu uit op zaterdagavond. Dít zullen we niet missen, roepen we dan. Net als het slome internet en de slecht afgestelde of ontbrekende koplampen van de daladala's. Maar verder zullen we veel dingen wel missen.
Zoals al die bijzondere namen. Sommige kinderen worden genoemd naar de geboortedag of het geboortejaar. Zo kennen we een Jumanne, ofwel Dinsdag. Badmeester Sabini (Zeventig) is in 1970 geboren. Andere leuke namen zijn Godlisten, Goodluck, Heavenlight. Gaspard noemt zichzelf hier Jespa, want niemand kan Gaspard uitspreken. Knops is ook heel moeilijk: Nobbzz.
Gaspard gaat in september/oktober even terug naar Moshi, in verband met het diabetesproject. Hij is inmiddels gepromoveerd tot projectleider.
We verheugen ons wel op Nederland. Fijn om onze familie en vrienden te zien, terug te gaan naar ons eigen huis, in ons eigen bed te slapen, de lange zomeravonden. Het wordt al meteen druk: eerste dag gesprek op Isabelle's nieuwe school en de tweede dag moet ik naar Venlo voor een sollicitatiegesprek bij een Arbodienst voor een baan als bedrijfsarts in zuid- en/of midden-limburg. Vooral het rijden er naartoe lijkt me spannend, hopelijk ga ik niet spookrijden of onverantwoord inhalen. En ik moet snel een sollicitatiepakje kopen, want ik kan natuurlijk niet aan komen zetten in een outfit van de tweedehands kledingmarkt in Moshi of in een safaribroek.
Inmiddels is het hier behoorlijk fris geworden, 18-20 graden overdag. En in Nederland tussen de 25 en 30! Nog een reden om maar 's terug te gaan vliegen....

dinsdag 23 juni 2009

Nairobi

Vrij onverwacht zijn we 5 dagen naar Nairobi, de hoofdstad van Kenia, geweest. Samen met Terrie, de paardenjuf, haar man Greg en zoontje Nicoli. Er waren namelijk wat paarden-evenementen. Het leek ons een leuke gelegenheid om deze stad aan een nadere inspectie te onderwerpen. Het ligt hier niet zo heel ver vandaan, ongeveer 350 kilometer, en we hadden er al wat positieve verhalen over gehoord. Minder positief was men over de toestand van de weg, en dat hebben we inderdaad geweten.
De weg van Arusha naar Nairobi wordt opnieuw geasfalteerd, dus er waren allemaal stoffige, stenige wegomleidingen. In de buurt van Nairobi werden we, het was inmiddels donker, via een enorm hobbelig industrieterrein geleid. We kwamen in een file tussen allemaal vrachtwagens en er kwam geen eind aan. Om over de grens te komen moeten er allerlei formulieren worden ingevuld, en dat duurde zeker een uur. We prezen de Europese Unie. Het eerste autoprobleem van deze korte vakantie was een lekke band van Greg's auto. Om half negen 's avonds kwamen we eindelijk bij onze appartementjes aan. Daarna geweldig gegeten bij een Libanees en al snel waren we de zeven uur durende rit vergeten.
Nairobi is een grote stad met wolkenkrabbers, maar ook sloppenwijken. Er zijn veel meer blanken dan in Moshi, dus je valt minder op, wat ook wel eens fijn is. Om de paar kilometer is er een ShoppingCentre en dan waan je je in Europa. Werkelijk alles is te krijgen. Het is maar goed dat we dit jaar in Moshi zaten, want anders was dit jaartje-weg wel erg duur uitgevallen, in het kader van aanbod creëert vraag. Het serviceniveau ligt een stuk hoger dan in Tanzania. Dit blijkt uit de manier waarop je als klant tegemoet wordt getreden, namelijk veel professioneler. Men zegt over Kenia dat het 30 jaar voor loopt op Tanzania. We vonden de atmosfeer heel relaxed, voelden ons geen moment onveilig. Wel wemelt het van de bewakers overal, dus dat zal wel een reden hebben. Het is moeilijk voor te stellen dat Kenia een jaar geleden zo'n brandhaard was.
Nu het tweede autoprobleem: Gaspard reed met de Mitsubishi een helling af richting een drukke rotonde, trapte op de rem, echter geen enkele reactie, het voelde alsof er een baksteen onder het pedaal lag. Gelukkig was er een inhammetje langs de weg en met behulp van de handrem, kon hij daar tot stilstand komen. Greg regelde een Fundi bij een nabijgelegen tankstation. De aandrijfriem bleek gebroken, maar in een shopje 50 meter de andere kant op, hing precies de goeie op voorraad. In Afrika lijkt wel voor alles een oplossing voor handen, dit hebben we nu al zo vaak meegemaakt. Je hebt een probleem, en hup het wordt op de één of andere manier opgelost. Niet moeilijk kijken, zuchten, geen tijd hebben, geen materiaal op voorraad, medewerker niet ziek of een ATV-dag, geen “u wordt doorverbonden”, nee, gewoon OPLOSSEN dat probleem, NU en voor een redelijke prijs. Dus een uur later reed-ie weer.
De paardenshows waren leuk om te zien, vooral het springen en het racen. Verder hebben we nog gebowld, waarbij Gaspard zijn knie weer 's verdraaide. Hoe krijgt hij het voor elkaar, vraag je je af. Gelukkig gaat het alweer een stuk beter. Zelf heb ik een tropenzweer op mijn arm. Zodra je hier een wondje hebt, gaat het ontsteken. Maar ook dat gaat de goede kant op.
Op zaterdag zijn we naar een weeshuis voor olifantjes geweest. Je mocht ze aaien! Dat hoefde voor mij niet. Ook werd er een babyneushoorn-weesje geshowd, die een beetje opgewonden werd van alle aandacht. Hij trapte Isabelle op haar teen, liep onder Anna's benen door en gooide Maria bijna omver. Ook waren er 2 bijna-volwassen neushoorns die gered waren van stropers. Na verloop van tijd worden de dieren teruggeplaatst in een wildpark. Een soort zeehondencrèche dus.
Op maandag aanvaardden we de terugweg. Om dat vreselijke industrieterrein te vermijden, namen we een andere route. En dan zie je zomaar zebra's en struisvogels langs de weg, zo uniek. Het derde autoprobleem diende zich aan: onze auto trok slecht en bovenaan een berg kwam Gaspard erachter dat er een cylinder uit lag. Oké, net een volledige motorrevisie achter de rug, dus er was iets niet helemaal goed gegaan. Dat is ook Afrika, service tot aan de deur. Gelukkig reden we daarna voornamelijk bergaf richting Moshi en Gaspard kreeg het voor elkaar om de motor niet te heet te laten worden, want anders zouden we echt niet verder kunnen. Thuis bleek dat zelfs 2 cylinders kapot waren. Dus nu heeft Solomon de auto weer mee voor de volgende revisie.
O ja, het ontslag van Solomon. Uiteindelijk hebben we het niet over ons hart kunnen verkrijgen om het hele gezin te laten lijden onder zijn domme drinkgedrag. Ze waren er zo kapot van dat ze meteen in een soort gezinstherapie zijn gegaan bij de kerk en zijn zussen hebben een goed woordje voor hem gedaan. Hij blijft wel ontslagen, maar ze kunnen op het terrein blijven wonen en Violet blijft voor ons werken. Voor Solomon hebben we een andere baan gevonden, hij wordt verantwoordelijk voor het onderhoud van de auto's bij een bedrijf van vrienden. Eén druppel alcohol onder werktijd en hij vliegt eruit. Het prettige is dat hij 's avonds en 's nachts op het huis kan passen. Zijn nieuwe baan is wat uitdagender voor hem en heeft doorgroeimogelijkheden, dus we hopen dat het goed gaat.

zaterdag 13 juni 2009

Kilimanjaro

Gehaald! De top van Kilimanjaro, Uhurupeak, 5895 meter! Het was fantastisch en zwaar.
Samen met Gordana en Rosalind, mijn huidige hardloopmaatjes, hebben we in 5 dagen 69 km gelopen en 4000 meter hoogteverschil overbrugd. De eerste dag liepen we in 4 uur naar de Mandarahut, op 2727 meter, door het tropisch regenwoud, langs riviertjes en watervalletjes, geobserveerd door de zwart-witte colobus aap.
Als we ons zouden houden aan de volgende tips, zou het halen van de top geen probleem zijn:
Pole Pole lopen, m.a.w. zo langzaam stijgen, dat het bijna niet normaal aanvoelt. We namen dit zo serieus, dat we altijd als één van de laatsten bij een hut aankwamen.
Veel drinken, minimaal 4 liter per dag. Dus veel toilet-stopjes achter struiken en rotsen.
Goed insmeren met zonnebrand. Ondanks factor 30 ben ik toch nog een beetje verbrand in mijn gezicht. En de lippenbalsem bleek maar een factor 6 te hebben, dus ik heb nu net zulke lippen als Marijke Helwegen.

De tweede dag richting Horombohut op 3720 meter. We passeerden de boomgrens en kwamen terecht in een landschap met struiken, heide en rotsen. Kilimanjaro heeft 2 pieken, Kibo en Mawenzi, en op een gegeven moment stonden we op een punt met een schitterend uitzicht op beide.
Kibohut bereikten we op dag 3, 4703 meter, dus al hoger dan Mount Meru. Inmiddels zaten we in een soort maanlandschap.
We hadden de trip geboekt via het Maranguhotel, en het was geweldig verzorgd. Een team van 7 personen: 3 dragers, 1 kok, 2 assistentgidsen en 1 oppergids, Charly. Elke dag kregen we een ontbijt met havermoutpap, je bent er gek op (zoals ik) of je krijgt het niet door je keel, en gebakken eieren. Voor tussen de middag een lunchpakket en iedere avond een drie-gangen diner. En dan te bedenken dat alles, maar dan ook alles, naar boven gedragen moet worden. Water kregen we uit de riviertjes, prima drinkbaar. We sliepen met z'n drieën in een hutje, zonder licht of water, en kóud dat het 's nachts was. Ik sliep in 2 t-shirts, 2 fleecetruien, 2 trainingsbroeken, sokken, een winterjas op de matras, in een slaapzak en daarover heen nog een slaapzak en dan alleen een neuspuntje in de openlucht. Geen pretje dus om er uit te moeten om te plassen. Omdat het zo koud was 's avonds gingen we na het eten meteen naar bed.
De derde dag in de Kibo-hut moest dat ook, want die nacht zouden we naar de top gaan. Om 23 uur werden we gewekt, en om middernacht begonnen we aan de slopende tocht naar boven. Mijnwerkerslamp op en dan achter elkaar aan sloffen, stijl omhoog door het lavazand en langs de rotsen. Halverwege kreeg Rosalind wat last van hoogteziekte, misselijk en overgeven, maar gelukkig niet zo erg dat ze terug moest. Om de reden dat er mogelijk iemand terug moet ivm hoogteziekte of uitputting, werden we ieder door een eigen gids begeleid. Om kwart voor 6 bereikten we de kraterrand, Gillman's point, op 5685 meter. Daar een snel kopje thee, het begon inmiddels langzaam licht te worden en in de verte zagen we Uhuru-peak liggen. We veegden onszelf bij elkaar om verder te gaan, nog 1,5 uur langs de krater. De uitzichten waren fantastisch, enorme gletschervelden in de ochtendzon, Mount Meru op de achtergrond. We zaten weer in de achterhoede en er helemaal doorheen, en werden aangemoedigd door degenen die al op de terugweg waren. Om ongeveer 7.30 bereikten we Uhuru-peak. Het was steenkoud en winderig, dus na de obligate foto's gingen we snel weer lopen. Terug op Gillman's point viel ik bijna in slaap, zo moe. Toen aan de afdaling begonnen, ook geen pretje als je benen eigenlijk geen zin meer hebben. Rosalind moest nog steeds overgeven, dus enige haast was geboden om naar beneden te gaan. Afdalen is namelijk de beste remedie bij symptomen van hoogteziekte. Zelf had ik last van een lichte hoofdpijn en enige misselijkheid, maar niets verontrustends. Om 11 uur waren we terug in de Kibo-hut en mochten we een half uur liggen, lunchen, en hup verder afdalen naar de Horombo-hut. Moe maar gelukkig, kwamen we daar aan rond 16.00. Rosalind voelde zich een stuk beter, want we zaten 2000 meter lager dan die ochtend. Na deze superlange dag vielen we na het eten als een blok in slaap en droomde ik dat we terug in Nederland waren.
De vijfde en laatste dag bestond uit de afdaling van de Horombo- naar de Mandarahut. Weer 8 uur afdalen. Ik heb m'n tenen ongeveer 30 keer gestoten aan boomstronken en stenen, dus echt prettig voelen ze nu niet aan. Om 16.00 waren we weer bij de ingang van de Marangu-gate, vies en moe. Bij het Maranguhotel kregen we ons certificaat uitgereikt en was er een soort ceremoniële afsluiting met het team. Alle leden kregen een fooi, zongen een eeuwenoud Kilimanjaro-lied en dronken een paar biertjes op onze kosten. Nou, dat hadden ze ook wel verdiend. Ongelofelijk, hoe die mannen kunnen sjouwen. We hebben ontzettend geluk gehad met het weer, iedere dag was het stralend. Bij aankomst thuis in Moshi was alles donker, want weer 's geen stroom, en het regende. M'n Kilimanjaro-biertje smaakte desondanks heerlijk. Wat een berg, de hoogste van Afrika, en de hoogste vrijstaande berg in de wereld. Een aantal jaar geleden had ik de euvele moed om in een aanval van opruimwoede Gaspard voor te stellen het certificaat van zijn Kili-beklimming van 23 jaar geleden weg te gooien. Nu begrijp ik wel waarom hij, verbijsterd over mijn gebrek aan respect, dat weigerde.
Thuis had Gaspard de boel goed draaiende weten te houden. Alles draaide om school, want er was van alles te doen in het kader van de bijna laatste schoolweek. Isabelle had een fashionshow. Alle kinderen moesten een zelfontworpen kledingstuk laten maken en showen. Ze heeft een jurk ontworpen, met daarin verwerkt 2 culturen. Afrika werd gesymboliseerd door een band met bananenbladfranje, en de rest was in Amerikaanse Westernstyle. De jurk werd gemaakt door een plaatselijke kleermaker uit 2 grote bruine jurken van de tweedehandsmarkt, die samen 30 eurocent kostten. Daarbij geleende roze cowboylaarzen en een roze cowboyhoed. Ze had er veel succes mee. De volgende dag zat ze op school op een bankje met een Tanzaniaans vriendinnetje en een Indisch meisje, 3 kleuren op een rij, en werden ze gevraagd om te poseren voor reclamefoto's van de school. Dus binnenkort verschijnt Isabelle op billboards in Dar es Salaam, Dodoma en Arusha om reclame te maken voor ISM.
Anna heeft een diploma gekregen voor het afronden van de lagere school. In Nederland gaat ze overigens gewoon nog naar groep 8. Ze hebben allerlei dingen gedaan voor de vertrekkende leerkracht en Anna heeft al heel wat traantjes vergoten over het naderende afscheid van haar klasgenootjes. Want ondanks af en toe wat moeilijkere periodes heeft ze met hen een sterke band gekregen. In de klas is ze tweede op het gebied van de engelse taal, na een jongen uit Amerika. Haar bijnaam is de Human Spell Check, ze heeft het hoogste niveau van spelling gehaald en corrigeerde zelfs haar Australische onderwijzer. Echt geweldig als je bedenkt dat ze bijna geen woord engels sprak toen we hier kwamen.
Binnenkort meer over de oplossing van onze personeelsproblemen en over de streken van de electriciteitsleverancier. Anders wordt het wel een erg lang verhaal.

donderdag 4 juni 2009

Pieken en dalen

Onze laatste weken in Moshi zijn beslist niet saai te noemen. Gaspard heeft samen met René Mount Meru (4562 meter) beklommen, maar helaas moest hij op 4100 meter rechtsomkeert maken. De lucht bleek te ijl voor zijn hart. René heeft de top gehaald, maar daar was niet veel te beleven, want het regende en hij had geen uitzicht. Toch hebben ze genoten want de tocht was schitterend en ze hadden over het algemeen goed weer. Over een paar dagen ga ik de Kilimanjaro (5895 meter) op. Qua klimmen is het gemakkelijker dan Mount Meru, de moeilijkheid zit 'm vooral in de hoogte. Ben benieuwd. Ik ga met 2 vriendinnen en we hebben al besloten dat we het niet voor het doel (de top) doen, maar voor de weg er naartoe. Gewoon genieten van de belevenis en als we het halen is het mooi, maar zo niet, pech.
Verder kwamen we erachter dat er wat problemen waren in de klas van Isabelle. Ze was zelf één van de veroorzakers en de moeders zijn er zelfs aan te pas gekomen om het op te lossen. Gelukkig hebben de meiden het zelf ook heel goed opgepakt. Een belangrijke les: roddelen leidt altijd tot problemen. Blijkbaar is het iets universeels, op een Nederlandse middelbare school zal het vast niet minder zijn.
Isabelle is vanmiddag van het paard gevallen, het dier weigerde plotseling om te springen en ze vloog over de kop, uh, over het hoofd naar voren. Behalve wat lichte kneuzingen heeft ze gelukkig geen letsel.
En als klap op de vuurpijl hebben we Solomon moeten ontslaan. Voor de derde keer was hij dronken onder werktijd. Bij de tweede keer had Gaspard al aangekondigd dat het bij een volgende keer ontslag zou zijn. Omdat hij zoveel goede kanten heeft, gaven we hem het voordeel van de twijfel. Helaas was hij zo stom om het weer te doen. Als consequentie heeft het dat hij niet meer op het terrein kan blijven wonen. Aldus sleept hij Violet, Libe en Linda ook mee in de ellende. Terwijl Violet prima werkt en wij heel erg bereid waren om het gezin te blijven ondersteunen.
Waarschijnlijk gaan ze terug naar hun geboortestad, Bukoba, 3 dagen rijden hier vandaan. Ze zullen dan voor ons uit beeld verdwijnen. Vooral voor Anna is het een hele zware dobber, ze heeft zich zo aan Linda gehecht. Gaspard en ik lopen allebei rond met een steen in onze maag. Ons hele plan om het huis aan te houden staat of valt bij het toezicht dat op het huis kan worden gehouden. We moeten betrouwbare mensen op het terrein hebben. Wordt vervolgd dus.
De meiden hebben nog minder dan 2 weken school, 17 juni is de laatste dag. Hun taalgebruik wordt steeds meer een mengeling van nederlands en engels, vooral bij Maria. Afhankelijk van de ontwikkelingen op het personele vlak, gaan we wellicht nog een klein reisje ondernemen, voor we op 8 juli de terugreis naar Nederland aanvaarden. Tanzania is zo'n ongelofelijk groot land, 23x Nederland. In feite hebben we tot nu toe alleen het noorden gezien.