Vrij onverwacht zijn we 5 dagen naar Nairobi, de hoofdstad van Kenia, geweest. Samen met Terrie, de paardenjuf, haar man Greg en zoontje Nicoli. Er waren namelijk wat paarden-evenementen. Het leek ons een leuke gelegenheid om deze stad aan een nadere inspectie te onderwerpen. Het ligt hier niet zo heel ver vandaan, ongeveer 350 kilometer, en we hadden er al wat positieve verhalen over gehoord. Minder positief was men over de toestand van de weg, en dat hebben we inderdaad geweten.
De weg van Arusha naar Nairobi wordt opnieuw geasfalteerd, dus er waren allemaal stoffige, stenige wegomleidingen. In de buurt van Nairobi werden we, het was inmiddels donker, via een enorm hobbelig industrieterrein geleid. We kwamen in een file tussen allemaal vrachtwagens en er kwam geen eind aan. Om over de grens te komen moeten er allerlei formulieren worden ingevuld, en dat duurde zeker een uur. We prezen de Europese Unie. Het eerste autoprobleem van deze korte vakantie was een lekke band van Greg's auto. Om half negen 's avonds kwamen we eindelijk bij onze appartementjes aan. Daarna geweldig gegeten bij een Libanees en al snel waren we de zeven uur durende rit vergeten.
Nairobi is een grote stad met wolkenkrabbers, maar ook sloppenwijken. Er zijn veel meer blanken dan in Moshi, dus je valt minder op, wat ook wel eens fijn is. Om de paar kilometer is er een ShoppingCentre en dan waan je je in Europa. Werkelijk alles is te krijgen. Het is maar goed dat we dit jaar in Moshi zaten, want anders was dit jaartje-weg wel erg duur uitgevallen, in het kader van aanbod creëert vraag. Het serviceniveau ligt een stuk hoger dan in Tanzania. Dit blijkt uit de manier waarop je als klant tegemoet wordt getreden, namelijk veel professioneler. Men zegt over Kenia dat het 30 jaar voor loopt op Tanzania. We vonden de atmosfeer heel relaxed, voelden ons geen moment onveilig. Wel wemelt het van de bewakers overal, dus dat zal wel een reden hebben. Het is moeilijk voor te stellen dat Kenia een jaar geleden zo'n brandhaard was.
Nu het tweede autoprobleem: Gaspard reed met de Mitsubishi een helling af richting een drukke rotonde, trapte op de rem, echter geen enkele reactie, het voelde alsof er een baksteen onder het pedaal lag. Gelukkig was er een inhammetje langs de weg en met behulp van de handrem, kon hij daar tot stilstand komen. Greg regelde een Fundi bij een nabijgelegen tankstation. De aandrijfriem bleek gebroken, maar in een shopje 50 meter de andere kant op, hing precies de goeie op voorraad. In Afrika lijkt wel voor alles een oplossing voor handen, dit hebben we nu al zo vaak meegemaakt. Je hebt een probleem, en hup het wordt op de één of andere manier opgelost. Niet moeilijk kijken, zuchten, geen tijd hebben, geen materiaal op voorraad, medewerker niet ziek of een ATV-dag, geen “u wordt doorverbonden”, nee, gewoon OPLOSSEN dat probleem, NU en voor een redelijke prijs. Dus een uur later reed-ie weer.
De paardenshows waren leuk om te zien, vooral het springen en het racen. Verder hebben we nog gebowld, waarbij Gaspard zijn knie weer 's verdraaide. Hoe krijgt hij het voor elkaar, vraag je je af. Gelukkig gaat het alweer een stuk beter. Zelf heb ik een tropenzweer op mijn arm. Zodra je hier een wondje hebt, gaat het ontsteken. Maar ook dat gaat de goede kant op.
Op zaterdag zijn we naar een weeshuis voor olifantjes geweest. Je mocht ze aaien! Dat hoefde voor mij niet. Ook werd er een babyneushoorn-weesje geshowd, die een beetje opgewonden werd van alle aandacht. Hij trapte Isabelle op haar teen, liep onder Anna's benen door en gooide Maria bijna omver. Ook waren er 2 bijna-volwassen neushoorns die gered waren van stropers. Na verloop van tijd worden de dieren teruggeplaatst in een wildpark. Een soort zeehondencrèche dus.
Op maandag aanvaardden we de terugweg. Om dat vreselijke industrieterrein te vermijden, namen we een andere route. En dan zie je zomaar zebra's en struisvogels langs de weg, zo uniek. Het derde autoprobleem diende zich aan: onze auto trok slecht en bovenaan een berg kwam Gaspard erachter dat er een cylinder uit lag. Oké, net een volledige motorrevisie achter de rug, dus er was iets niet helemaal goed gegaan. Dat is ook Afrika, service tot aan de deur. Gelukkig reden we daarna voornamelijk bergaf richting Moshi en Gaspard kreeg het voor elkaar om de motor niet te heet te laten worden, want anders zouden we echt niet verder kunnen. Thuis bleek dat zelfs 2 cylinders kapot waren. Dus nu heeft Solomon de auto weer mee voor de volgende revisie.
O ja, het ontslag van Solomon. Uiteindelijk hebben we het niet over ons hart kunnen verkrijgen om het hele gezin te laten lijden onder zijn domme drinkgedrag. Ze waren er zo kapot van dat ze meteen in een soort gezinstherapie zijn gegaan bij de kerk en zijn zussen hebben een goed woordje voor hem gedaan. Hij blijft wel ontslagen, maar ze kunnen op het terrein blijven wonen en Violet blijft voor ons werken. Voor Solomon hebben we een andere baan gevonden, hij wordt verantwoordelijk voor het onderhoud van de auto's bij een bedrijf van vrienden. Eén druppel alcohol onder werktijd en hij vliegt eruit. Het prettige is dat hij 's avonds en 's nachts op het huis kan passen. Zijn nieuwe baan is wat uitdagender voor hem en heeft doorgroeimogelijkheden, dus we hopen dat het goed gaat.