Stonden we zomaar plotseling in de krant! 's Avonds beantwoordde Gaspard een paar vragen per mail, en de volgende dag stond het er al in. Zo'n hoog tempo zijn we niet meer gewend. Maria en Isabelle vonden het wel jammer dat niet zij, maar het vriendinnetje van Anna op de foto stond. En dat harde werken valt wel mee, als je het vergelijkt met de druk die er in Nederland altijd was. Al met al een leuk artikel, vonden we.
Over 6 weken, op 1 maart, is de Kilimanjaro-marathon. Gordana, degene die me overgehaald heeft om de marathon te lopen, heeft besloten om toch maar de halve te gaan doen, omdat ze te weinig heeft getraind. Ik baal er wel een beetje van, want nu ken ik verder niemand die de hele gaat doen. Toch ben ik vastbesloten, het is “now or never”. Ik zit aardig op schema, voor zover aanwezig. 2 uur lopen gaat nu fluitend, dat moet naar 3, en de laatste 1,5 uur moet maar op doorzettingsvermogen en aanmoedigingen. Van Chris en Marcel heb ik een strak looptenue en gel-energiesachets gekregen, en mijn schoonouders komen nog nieuwe loopschoenen brengen. Dus het moet lukken. De marathon begint om 6.30 en vanaf 8.30 wordt het echt warm. Het stuk tussen 20 en 30 kilometer gaat omhoog, en daarna hetzelfde stuk weer naar beneden. Menig ervaren marathonloper zal nu wel zitten fronsen over zoveel naïviteit, maar ach, dit is Afrika. Ik kan altijd gaan wandelen.
Nu over een aantal verbazingen.
Een tijdje geleden schreef ik een stukje over Libe, het weesmeisje dat bij onze medewerkers Solomon en Violet woont, achter in onze tuin. Ze zou eigenlijk naar school gaan, maar wat blijkt nu, ze kan niet worden ingeschreven want ze heeft geen geboortecertificaat. We wisten al dat S en V de datum van haar verjaardag niet kenden, maar nu blijkt ze dus eigenlijk niet te bestaan. Ook in haar geboorteplaats is ze niet geregistreerd. Onze oplossing: we kopen een certificaat. Tenslotte valt hier alles wel te regelen, als je maar betaalt. Maar volgens Solomon kan dat niet. Dit is nu zo'n voorbeeld van geconfronteerd worden met een probleem, waar ik van tevoren nooit bij stil heb gestaan. En Libe zal de enige niet zijn. In feite is het niet-geregistreerd zijn een enkeltje armoede.
Nog zoiets: afvalverwerking. Je ziet hier nooit een vuilniswagen zoals wij die kennen. Er wordt veel in tuinen en langs de weg verbrand. Maar wat gebeurt er met plastic en blik, en andere moeilijker afbreekbare materialen? Violet neemt gewoon altijd ons zakje afval mee en verder verdrong ik de vraag waar het eigenlijk bleef. Tot Gaspard me op een ochtend meenam naar het stuk tuin achter hun huisje. Een soort vuilnisbelt. Verspreid lagen plastic waterflessen, lege vruchtensapverpakkingen, blikjes, noem maar op. Grotendeels van ons. Toevallig liep ik net yoghurt te lepelen uit een plastic verpakking. Toen het leeg was, zei Gaspard: “zo, gooi het er maar bij”. Maar ik kón het niet, zomaar iets op die afvalberg smijten. Nee, liever gooi ik het in het zakje in de keuken en wil niet weten waar het blijft. Behoorlijk confronterend. Daarna heb ik me er natuurlijk wel in verdiept waar het naartoe moet. Verspreid in de stad staan grote containers waar je restafval naartoe kunt brengen. Die containers schijnen naar een vuilnisbelt ergens buiten de stad gebracht te worden. Samen met Solomon hebben we met de pick-up van Christine een flink aantal zakken weggebracht. Enorme rotzooi en stank rond die containers natuurlijk. Het schijnt dat er mensen zijn die alle plastic waterflessen eruit vissen voor een klein bedrag aan statiegeld. Maar wat me ook verbaast is dat Solomon dit gewoon liet gebeuren, ik zou het volstrekt onacceptabel vinden om met andermans afval te leven. Overigens hebben we hier wel stukken minder restafval dan in Nederland, omdat er maar weinig is voorverpakt.
Nooit gedacht dat ik op een flinke regenbui zou gaan hopen. De kleine regentijd in november heeft niets om het lijf gehad. Dit heeft consequenties voor de waterbevoorrading vanuit de stad naar de huizen. Gisteren zaten we dus plotseling zonder water. Gelukkig konden we vanuit een ander kraantje nog wat voorraad aanleggen. Vandaag zijn we begonnen met water oppompen uit een ondergrondse voorraad in de tuin, ongeschikt voor consumptie, maar wat we wel kunnen gebruiken voor de toiletten, afwas, douche en wasmachine.
Gaspard kwam er net achter dat als we de warmwater-boiler uitzetten, we minder snel van internet gegooid worden, dat scheelt namelijk 15 volt. Op de stopcontacten staat meestal geen 220 volt, maar meestal variërend tussen 100 en 190.
Ja, als je tijdje hier woont ga je de vanzelfsprekende aanvoer van electriciteit en water wel weer waarderen.
Vandaar dat Gaspard ook al veel energie heeft besteed aan het aanleggen van een zonneboiler op het dak. Want er is geen gebrek aan zon! Met een paar fundi's heeft hij een bak aangelegd waar 400 liter water in kan worden opgewarmd. Om het 's nachts niet teveel te laten afkoelen, moeten er kanaalplaten op worden gemonteerd. En omdat die hier niet te krijgen zijn, moesten ze uit Nederland komen. Dat had nogal wat voeten in aarde, want Gaspard had het vrij laat aan Marie-José doorgegeven. In de hectiek van hun vertrek moest zij dus ook nog 'ns 5 bouwmarkten aflopen, tot overmaat van ramp zonder resultaat. Dus MJ heeft het weer aan Chris overgedragen, die ze uiteindelijk heeft meegenomen. Het was een grappig gezicht toen ze aankwamen vanaf het vliegveld, in de Suzuki: Chris en de kinderen op de achterbank met hun hoofden onder een paar plastic platen. Het voelt goed om een natuurlijke bron van energie te gebruiken. De solar-oven, made by Gaspard, bestaande uit een constructie van karton en aluminiumfolie gaan we ook binnenkort gebruiken. Een soort AGA, je zet er 's morgens een pannetje rijst in en 's middags is het klaar.
Yes! Er vallen wat druppeltjes uit de lucht!