zondag 12 april 2009

Dar es Salaam

Zondag 5 april vlogen we van Zanzibar naar Dar es Salaam, de kortste vlucht die we ooit gehad hebben: 20 minuten. Vervolgens gingen we met de taxi, een safari-auto, in ruim een uur naar de kust ten noorden van de stad.
Op de website zag de Jangwani Seabreeze Resort er aardig uit, maar in het echt bleek het een soort Lloret de Mar-achtige setting te zijn met iedere avond een discjockey. Op de kamers waren er vooral problemen met het sanitair, afwisselend lucht en water uit de kraan, soms bruin water of helemaal geen water en op de eerste ochtend teveel water. De kamer van de meiden en de galerij stonden namelijk blank. De schatten dachten in eerste instantie dat het hun schuld was, maar gelukkig kwam de lekkage uit een andere kamer. Deze hoeveelheid water was echter nog niks vergeleken bij de wateroverlast die we 3 dagen later meemaakten.
Er was gelukkig wel airco op de kamer, want het was weer vochtig warm, en tot grote vreugde van de meiden hing er een flatscreen aan de muur. Op maandag lieten we ons met de gratis shuttle-service naar de binnenstad van Dar brengen. (Insiders zeggen Dar, en geen Dar es Salaam, ahum)
Het is een grote stad, maar het stadscentrum vonden we een beetje vreemd. Minder winkels dan in Moshi, en overal worden torens (hotels, kantoren) gebouwd. Wat inhoudt dat je vaak over de straat om omheiningen heen moet, waarbij je van de sokken gereden wordt als je niet uitkijkt. Gaspard is 23 jaar geleden in Dar geweest en herkende helemaal niks meer. “O ja, dan is daar zus of zo, o nee, toch niet.” Hij liep met een noodgang door de straten op zoek naar iets bekends, ondertussen ons achter zich aan slepend, dus de familiesfeer liet wat te wensen over. Vooral ook omdat de meiden gehoopt hadden op wat westerse winkels. Ook waren er geen gezellige eetgelegenheden. Maar uiteindelijk pakte alles nog goed uit, want we kwamen terecht bij een hele leuke galerie, waar je wat kon drinken, kon plassen en met een schattig winkeltje erbij. In de galerie stond verscholen achter de toonbank een houten kunstwerk, wat we allebei prachtig vonden. Uiteindelijk hebben we 2 exemplaren gekocht van de kunstenaar Miguel Costales, voor een on-europese prijs. Bij elkaar weegt het zo'n 20 kilo, dus of het verstandig is moet blijken op het vliegveld op 8 juli, als we voor overgewicht moeten gaan betalen.
De volgende dag gingen we naar de Slipway, een modern winkelcentrum, met een geweldige boekwinkel, een lekker restaurantje en wat leuke winkeltjes. Dus langzamerhand konden we toch een beetje begrijpen waarom mensen speciaal naar Dar gaan om te shoppen. In een ander shopping center was een echt westerse supermarkt. De meiden liepen er gillend van enthousiasme rond, zo ontwend zijn ze de weelde van de gemakkelijke beschikbaarheid van spullen.
Om 13.00 op woensdag zou de taxi die we van tevoren al geregeld hadden, dezelfde van de heenweg, ons op komen halen. Isabelle en ik gingen nog even naar een winkelcentrum op de weg naar het vliegveld en Gaspard zou ons daar, met de taxi, op komen halen met Anna en Maria. Maar om een uur of 11 begon het toch te régenen, ongelofelijk. Binnen de kortste keren stonden de parkeerplaats en de straten compleet blank. Mensen liepen tot halverwege hun kuiten in het water. Dar staat met droge straten al bekend om z'n neiging tot verkeerschaos, dus ik vreesde het ergste voor onze rit naar het vliegveld. Maar om 12.15 kreeg ik een sms van Gaspard dat ze al in de taxi zaten. Dus ik prees de vooruitziende blik van de taxichauffeur en Isabelle en ik gingen wachten om opgehaald te worden. Ons shop-ochtendje was niet zo'n succes, want eerst deed de pinautomaat het niet, en daarna bleek-ie mijn pas niet te accepteren. Wel lekker weinig uitgegeven.
Een uur later weer een sms: de taxi, een nogal oud beestje, kon het winkelcentrum niet bereiken door de verkeerschaos ten gevolge van de ondergelopen straten. Maar er zou een andere auto komen, de safari-auto van de heenweg, om ons op te halen en naar een plek te brengen waar Gaspard zou zijn. Weer wachten, het was ondertussen 14.15, en ik had me er al bij neergelegd dat we het vliegtuig van 16.00 zouden gaan missen. De constatering dat we het gewoon niet zouden gaan halen, gaf me een heel rustig gevoel. Eindelijk kwam de safari-taxi, en wat bleek: hij was om 13.00, op het afgesproken tijdstip, bij het hotel en daar was niemand meer. Nee, zeiden ze bij de receptie, die familie is allang weg. Met een bloedvaart reden we door de plassen naar een tankstation waar Gaspard, Anna en Maria zaten te wachten. De aap kwam uit de mouw: ze waren met de verkeerde taxi meegegaan. Gaspard had het wel vreemd gevonden dat het een andere chauffeur en een andere auto was, maar de taxichauffeur had met volle overtuiging beweerd dat hij hen naar het vliegveld moest brengen. Pas toen Gaspard halverwege de rit noemde dat de taxi al vooruit betaald was, begon de chauffeur in te zien dat hij hen helemaal niet in zijn auto moest hebben. Gelukkig wisten de chauffeurs via de hotelreceptie elkaar te bereiken en ontmoetten we elkaar toch nog. Vanaf het tankstation was het niet zo ver meer, en 45 minuten voordat het vliegtuig zou vertrekken waren we op het vliegveld. Daar flink voorgedrongen, excuse me en samahani roepend, en werden we nog ingecheckt. Om even voor vieren stonden we in het vliegtuig, en kwam er een melding dat we er weer uitmoesten want de president van Qatar (even in de atlas kijken) zou gaan landen. En dan mochten er geen passagiers in klaarstaande vliegtuigen zitten. 3 kwartier later vlogen we richting Kilimanjaro. Al met al geen ontspannen afsluiting van het reisje. Thuis kwamen we erachter dat Maria haar nintendo kwijt was, bleek nog in het hotel te liggen. Isabelle's portemonnee lag ook nog bij de boekhandel in Slipway. Gelukkig wil een vriendinnetje van Isabelle, die tijdens de vakantie bij haar ouders zit, alles gaan ophalen. Het was leuk om Dar es Salaam gezien te hebben, maar we hoeven er niet nog eens heen.
We waren heel blij om terug te zijn in Moshi. Het klimaat is hier zoveel aangenamer dan aan de kust. De regentijd is gelukkig eindelijk begonnen. De boeren maakten zich namelijk al grote zorgen over de droogte. En het mooie is dat het vooral 's nachts regent en overdag de zon schijnt.